VAN ALLES WAT: klimmen (ruim 650 m), dalen, zon, warmte, kou, regen, een op z’n Italiaans afgesloten weg, een bijzonder B&B…
We begonnen met een stevige klim, van San Piero in Bagno naar de top van de pas. Het was goed fietsweer, om te beginnen, niet te heet, wat bewolkt met zo nu en dan de zon. De weg die we volgen slingert steeds om de autoweg (de E45) heen – dan weer er onderdoor, dan weer hoog erboven, dan zie je de autoweg weer een tunnel in duiken en slingert onze weg omhoog om erover heen te gaan. In de verte zien we een dorpje liggen, hoog op de rotsen. Kijk eens, zegt Georgette, wat ligt dat dorp hoog… Goed, een half uurtje en wat haarspeldbochten later reden wij door dat dorpje. Daar was een bar open voor een kopje koffie voor de broodnodige coffeïne. Daarna een stukje dalen, helaas, want we moesten nog naar de top.
Nog wat haarspelden, en met zo’n 6 km/u naar boven.
Beetje fris daarboven, beetje koude wind, dus maar gauw doorgereden.
Een internet update bij de routebeschrijving gaf al aan dat een bijzonder slecht stuk weg van ruim 4 km nu definitief was afgesloten, en dat je een omweg diende te nemen van 23 km met 500 m extra klimmen. Dat leek geen goed plan. En er stond tussen haakjes bij dat sommige fietsers gemeld hadden dat je er wel door kon, maar dat je dat dan deed op eigen risico. Doen dus.
Bij de afsluiting aangekomen begon het te druppelen en toen te regenen. Plastic regencapes aan, en doorrijden maar. Het werd ook fris – heel erg koud, zei Georgette, en daar had ze wel een beetje gelijk in. Maar we daalden stevig en dieper in het dal begon de temperatuur weer wat op te lopen.
De weg was op z’n Italiaans afgesloten – d.w.z. met een groot stuk beton en de mededeling ‘weg gesloten, verboden in te rijden,’ en dan een stuk gravel naast het blok beton om diegenen die er toch door wilden door te laten.
Het wegdek kwam inderdaad niet in aanmerking voor een summa cum laude aanbeveling, maar we hebben erger meegemaakt.
En eigenlijk zijn de meeste wegen waar we over komen van zeer matige kwaliteit – gaten, scheuren, hobbelige reparaties, gewoon wat je krijgt als je 30 jaar lang niets aan een weg doet en dan zegt dat de weg er toch nog ligt dus dat je er in het vervolg ook niets aan hoeft te doen.
Na regen komt zonneschijn, en na de regen stopten we bij een restaurant waar je wat op kon warmen bij een bord pasta en een goed glas wijn (Peter) of koffie en water (Georgette).
Toen dus deel 2 van de route, met nog een gemene klim en een laatste redelijk vlak stuk – we rijden door het dal van de Tiber.
In Citta di Castello aangekomen is de vraag: waar is die B&B die we geboekt hadden. De mevrouw van de B&B kon het ons door de telefoon niet uitleggen. Ze begreep de vraag niet zo en herhaalde nadrukkelijk het juiste adres. In de stad aangekomen weet niemand waar die straat is. Al gauw staan er drie mensen ons omstandig uit te leggen dat ze het niet weten. We laten één van hen het B&B adres bellen – die spreekt af dat de B&B mevrouw naar een benzinestation komt rijden, en dat wij één van de uitleggers moeten volgen naar het benzinestation.
Daar komt inderdaad de B&B mevrouw in haar autootje, en we moeten haar volgen. Alleen begrijpt ze niet helemaal dat auto’s sneller gaan dan fietsen, dus dan zijn we haar weer kwijt.
Gelukkig komt ze teruggereden, en eind goed al goed.
—–
From San Piero in Bagno naar Citta di Castello begins with a stiff climb to the top of the pass. As usual the guidebook only mentions one out of three climbs. Going slowly but surely we manage to get to the top, after which life should get easier, but doesn’t, because it starts raining and the wind is very very cold.
We checked the latest internet updates and learnt that a particularly bad section of the road had now been closed, and might be dangerous because of fallen rocks, deep holes and broken down walls along the precipice. One should instead take the 23 km detour with an extra 500 m climb.
It was sort of an Italian closed road, meaning that they had blocked the road with an enormous block of concrete and made a bypass for those who wished to use the road anyway.
So we decided to take our chance, and it turned out to be a rather bumpy ride, but not all that worse than the condtions on some parts of the roads that followed.
And then another thing, the sky grew black, raindrops and an icy cold wind made us dig deep into our panniers to find raincapes and an extra jacket.
Deeper down in the valley the temperature got more bearable, the sun came out and we stopped at a restaurant to get warm and a bite to eat.
After that we had to deal with one more rather mean climb, and then it was flat all the way to Citta di Castello, where we had booked a B&B, which took some time to find. As no one knew the street we were trying to find, we asked someone to phone the B&B for us, after which we were told to follow someone in his car to a petrol station where the B&B lady would pick us up in her car. So we tried to follow her on our bikes, only she forgot that cars go faster than bikes, so we got lost once more, but fortunately she turned round and we followed her once more – and all is well that ends well.