03-05 Kopenhagen 3

DSCN0461Museum de Glyptotek, vlak naast Tivoli gelegen, een aanrader, zowel vanwege het gebouw als vanwege de collectie (Oudheid: Egyptenaren, Grieken, Romeinen). Het museum werd gebouwd en betaald door de heer Carlsberg, die van het bier, waaraan je maar weer kunt zien dat bier drinken een uiterst culturele aangelegenheid is. We zagen verder veel Franse schilders, en een afdeling, voor ons minder bekende, Deense schilders.
’s Middags waren dochter Sanne en Alan aan de beurt en maakten we kennis met dochter Esther.

DSCN0467

DSCN0478

The Glyptotek Museum, next to Tivoli, is worth a visit, both because of the building and the art collections: Ancient Egypt, Greece, Rome and more modern painters, mainly French and a section with Danish painters none of whom we had ever heard of. The museum was built and paid for by the founder of the Carlsberg Brewery, which goes to show that drinking a good glass of beer is serving a good cause.
In the afternoon it was time for a visit to daughter Sanne and her husband Alan and daughter Esther.

02-05 KOPENHAGEN 2

DSCN0390

DSCN0393
We begonnen met een bezoek aan zoon Andreas, ontmoetten ook zijn vrouw Andrea en hun twee kinderen, en bewonderden het huis in een buitenwijk van Kopenhagen. Daarna ging het met de metro, in een trein zonder bestuurder, naar het centrum van de stad. Op veel perrons wasren de rails afgeschermd van het perron door een doorzichtige wand waarin de deuren alleen open gingen als de deuren in de trein die ervoor stond dat ook deden.
We beklommen de ‘Ronde Toren’, gebouwd in opdracht van een koning die niet van trappen lopen hield. Hij liet de toren bouwen met een spiraalvormige opgang waarop hij in een door paarden getrokken koets omhoog kon rijden.
In het centrale deel van de toren was een toilet gemaakt waarvan de productie gewoon naar beneden viel in een kelder ver weg in de diepte. Die werd een paar honderd jaar lang niet geleegd. Het moet lekker geroken hebben. Toen het eindelijk zo ver was dat iemand bedacht dat daar wat aan gedaan moest worden, vonden de archeologen dat prachtig. Tien karrevrachten honderden jaren oude poep was een unieke gelegenheid om te zien wat de mensen in lang vervlogen tijden gegeten hadden.
Na de toren nog een wandeling door de stad, onder meer naar Nyhavn met zijn gekleurde huizen langs het kanaal en de terrasjes met honderden mensen die in de zon van een biertje of wat eten genoten.

DSCN0435

A short car ride took us to son Andreas’ house, where we also met his wife and two sons. From there we went to the Metro Station where we were treated to a ride to de city centre in a driverless train. There we first visited the Round Tower, built by a king who did not fancy climbing stairs, so he made the tower to breather wide with a ramp going up all the way so he could ride up in his horse drawn carriage. They used to have toilets in the side central part of the tower where the produce just fell down in a big cellar, which was after long use cleaned out, producing tonnes of a foul smelling substance which shall remain unnamed. The archeologists were thrilled as these ten cartloads of shit gave them a unique insight in what people used to eat in centuries past.
An interesting walk took us through the old centre of town and Nyhavn where we saw the coloured houses along the canals, the terraces with hundreds or more people enjoying a drink and some food in the sunshine.

01/05 Travemünde – Malmö – Kopenhagen / Veerpont + 1,66 km + auto

DSCN0292

DSCN0293

’s Morgens om 6 uur klonk een vriendelijke stem die meldde dat we over een uurtje van boord moesten en dat dit de laatste kans was nog wat duty free alcohol in te slaan of te ontbijten. Een uurtje later reden we van boord, en een kilometertje verder stonden Poul en Karen op ons te wachten met de auto met een zelf in elkaar geknutseld roofrack waar de fiets op gelegd werd – bagage achterin en daar gingen we, op weg naar de brug waar je met een fiets niet op mag. Inderdaad een indrukwekkende brug, tussen Zweden en Denemarken.
Zo’n 3 kwartier later landden we hier op de camping aan de rand van Kopenhagen voor een bezoek van een paar dagen.
Na de tent opgezet te hebben en onszelf geïnstalleerd te hebben gingen we, met Poul en Karen, met de trein naar het centrum van Kopenhagen. Daar een Kopenhagen kaart gekocht voor een paar dagen “gratis” vervoer in en om Kopenhagen en toegang tot allerlei musea en andere must sees.
Een bezoek aan de Cisterns, een niet meer in gebruik zijnd ondergronds waterreservoir met wisselende exposities of kunstwerken, viel wat tegen, een soort spel van vallend water en licht, beetje eentonig. Daarna een boottocht door de kanalen en het havengebied van Kopenhagen, in een – helaas – open boot. Heel boeiende tocht, maar… de zon verdween achter de wolken en een ijskoude wind kwam ons gezelschap houden, daar kwam nog regen bij. Na afloop van de trip doken we het eerste aardig lijkende restaurantje binnen, waar ze heerlijke kokossoep bleken te hebben.
De avondmaaltijd in de (heerlijk verwarmde) caravan gaf voldoende tijd om weer eens helemaal bij te praten.
De eerste nacht in de tent – we sliepen goed. Een nachtelijke excursie naar het ver gelegen toiletgebouw was wat frisjes, maar dat hoort erbij.

DSCN0341

6:00 am, a friendly voice told us we would have to disembark in about an hour’s time, and now was the time for breakfast and a last visit to the duty free shop. We packed the bike again and rode it to the passenger terminal where Poul and Karen were waiting for us with their car. We unpacked the tandem, lifted it up on the roof of the car and put the luggage in the boot. A 45 minute trip took us to the campsite where they are staying in their caravan part or most of the year. Their house on Mors is for sale.
After breakfast we found a good place for the tent. Then we took the train to the city centre for sightseeing day 1. We bought a Copenhagen sightseeing and travel card and got on the bus to go to the ‘Cisterns’, an underground water reservoir for the city that is no longer in use. They now have art exhibitions – the one they had now was a bit disappointing. After that we got on a bus again and boarded an open boat for a canal and harbour area trip. We should have gone for the glass roof kind. The sun disappeared behind the clouds. The wind turned to ice cold. And after a while it started to rain. Apart from that it was a very interesting trip. The hot soup inside a warm cafe was a very welcome way of warming up. After this we made our way back to the railway station, back to the camp site, for the evening meal, getting updated on the latest news and a good night’s sleep in our little tent. The only adventurous part of that was the nightly excursion to the rather far away sanitary building.

30-4 Bad Bramstedt – Travemünde. Km 415

De start uit Bad Bramstedt verliep wat rommelig. Onze trouwe Garmin stuurde ons een fietspad langs een autoweg op dat plotseling ophield. De keuze was tussen de autoweg met een verboden voor fietsers bordje of een onaanzienlijk doodlopend weggetje met een hek aan het eind. Wij op de kaart kijken, terug langs hotel (nog vlakbij gelukkig), gevraagd – nee hoor, dat is wel goed, weggetje nemen, je kunt er langs.
Die omweg stond dus niet op de fietskaart Duitsland. We liepen (of fietsten) vandaag wel tegen meer foutjes op de kaart aan, zoals een niet bestaand fietspad en nog een niet bestaand fietspad naar rechts dat we moesten nemen. Als je dan een alternatieve route kiest gaat hij wel aan het herberekenen en komst alles weer goed, maar toch…
Verder verliep alles voorspoedig – wat heuvelachtiger dan tot nog toe. Stevige klimmetjes erbij. Vandaag zijn alle versnellingen gebruikt vanaf de kleinste met 5 km/u tot de hoogste met 40+ kms. Beetje doorgereden omdat we niet te laat wilden zijn voor de veerboot naar Malmö, met als resultaat dat we om half vijf aankwamen bij de check in die om 7 uur zou openen zodat je om 9 uur aan boord kon gaan. Nou ja, nu varen we dus.
Georgette (en ik) is/zijn nog steeds opgelucht dat het met zadel en zadelpijn nu dankzij de veranderde zithouding goed gaat, met dank voor het meedenken door de Vakantiefietser in Amsterdam.

DSCN0290

Getting out of Bad Bramstedt turned out to be somewhat of a puzzle. Our Garmin told us to follow a bike path along a motorway. Bikepath came to an abrupt stop after a few hundred metres, with only a track leading into the forest, and wrong direction, and a road with a sign saying no through traffic and a big fence at the end.
We went back the way we had come and asked at the hotel we had just left. Just go on that little road, the man said, you can pass the gate and all will be right. After that no more problems – more hills and climbs which resulted in speeds ranging from 5 kms/h working really hard to 40 kms/h doing nothing or applying the brakes, especially as the bike paths in these parts have a hard time competing with the tree roots underneath them.
We made sure not to be late for the ferry so we got there at 4:30 pm for the 10:00 pm sailing.

Bad Bederkesa >> Bad Bramstedt. KM 325

DSCN0285
Elbefähre (Glückstadt)

DSCN0282

Zo, weer een stukje verder. Van Bad Bederkesa via Wischhaven – Elbe Fähre – en door naar Bad Bramstedt. In totaal 102,39 km. Het weer? Heel goed toen we vanmorgen vertrokken. Wind, niet hard of koud, hoofdzakelijk achter en soms zij. Mooie route door soms wat glooiend maar overwegend vlak land. Dat was ook wel te danken aan de navigatie die de allerkortste route door meer heuvelachtig terrein niet koos maar in plaats daarvan wat vlakkere wegen. Over navigatie gesproken, ik begin het ding langzamerhand wat te begrijpen, maar hij/zij(?) mij nog niet.
Voor- en nadelen. Groot voordeel, vooral als je door een stad rijdt, je volgt als een kip zonder kop de aanwijzingen en komt zonder te verdwalen of veel zoekwerk vanzelf op de plaats van bestemming. Nadeel 1: zonder kaart rijden voelt wat onzeker – ga ik de goede kant wel op, he, wat doet ‘ie nou, dat had ik niet verwacht, het bordje daar zegt dat ik RECHTS af moet! En het grootste nadeel, je krijgt niet meer te horen van de vriendelijke inboorling dat je rechts af moet, en dat zijn grootmoeder daar vroeger woonde op de hoek, dat hij of zij ook altijd op de fiets naar school ging, dat de burgemeester een buitenechtelijke verhouding heeft en dat dit fietspad zo’n slecht wegdek heeft dat je beter de autoweg kunt nemen.
Net vanavond tickets geboekt voor de nachtboot van Travemünde naar Malmø – overmorgen in Zweden, dus, voor een uurtje of zo, want dan staat daar Poul Illemann met zijn auto om ons met tandem en al mee te nemen de brug over naar Kopenhagen. We waren van plan de trein te nemen over de brug Malmø – Kopenhagen omdat je daar helaas (nog) niet mag fietsen.
O ja, en het Guinness Book of Records voor de smerigste gebak ter wereld staat nu op naam van een oud mevrouwtje in een grote ludiek omgebouwde boerenschuur met winkel en café ergens onderweg.

Faithful Garmin took us from Bad Bederkesa to Bad Bramstedt. I begin to sort of understand how its brain works, but it doesn’t comprehend mine yet. The advantages of navigation on the bike on trips like this are obvious – you don’t get lost in cities where the city council has sold all the signposts to a museum of modern art – your navigation finds you interesting routes that you would not have found with the help of your maps, unless you had invested in a stack of maps half a metre high for a trip like this.
The disadvantage is it makes the trip less interesting. You miss out on the stories of the natives who take five minutes to point out four possible routes to the place you want to go to, expecting you to not mix them up trying to follow their directions, and then go on to tell you that the grandmother they hated most lived just around the corner, that they always took their bicycles to school, even if it rained and that the local hospital has had to shut down fourty eight years ago.
Anyway, our route took us from Bad Bederkesa to the Elbe ferry at Wischhaven along a slightly longer route than the shortest route through somewhat hillier country. It is a great joy to pass a long queue of waiting cars to be the first one to be allowed on to the ferry.
Having arrived at the other side, we decided on a cup of coffee and a shrimp sandwich at a roadside stall, but sudden gusts of wind blew both sandwich and coffee off the table – the sandwich could be salvaged and the coffee was replaced by the friendly lade at the counter.
We continued our route to Bad Bramstedt where the internet is working again, good for this blog, and we booked a ferry from Travemünde, where we will arrive some time tomorrow afternoon, to Malmø, Sweden. There we will be met at the ferry terminal by our friend Poul who will take us in the car and the tandem on the roof rack to Copenhagen. Bicycles are not allowed on the bridge, nor in Danish trains (unless one of the riders is blind or otherwise handicapped). And oh yes, 102 kms today.

Van Westerstede naar Bad Bederkesa – km 222

Westerstede is de moeite van het even stoppen waard als je toch met de auto richting Hamburg rijdt. En al helemaal als je dat op de fiets doet en vanwege de kou je toevlucht zoekt in Hotel Busch, gelukkig met een c anders had het onaangename associaties. Zowaar zon toen we opstonden, en de wind was naar het zuid westen gedraaid, wat niet onaardig is als je naar het noord oosten rijdt. Onze navigatie had een leuke route voor ons uitgezocht, langs kleine weggetjes die je met een kaart alleen ontdekt als je een stapel gedetailleerde kaarten meeneemt voor zo’n tocht waar je een fietstas mee kunt vullen.
Om een uur of drie waren we bij de veerboot over de Weser naar Bremerhaven. Daar sloeg het weer om. Het werd erg koud en begon hard te waaien, soms zij, soms tegen. En het ging regenen, eerst een beetje en toen veel. Gelukkig waren we toen redelijk gauw in Bad Bederkesa waar we een hotel geboekt hadden. Vanuit het raam van de kamer keken we uit op het dal, regen en hagel. Internet – we hadden een perfecte verbinding, tot de blog aan de beurt was, toen viel de verbinding weg en kwam nooit meer terug.
En o ja, vandaag reden we 88,33 km.

DSCN0266

DSCN0268
De Weserfähre

Westerstede – do pay a visit if you pass on the motorway to Hamburg. It’s worthwhile, and even more so if you pass through on your bike after some 78 kms. We ended up in Hotel Busch, fortunately with the c. Our navigation found us a route along small by roads that we would never have found with the help of a map the way we used to, unless you would be prepared to spend a fortune on a bike pannier full of very detailed maps. The Blexen Weser ferry took us to Bremerhaven. Trying to get out of such a city on your bike is made so much easier when you have some kind of navigation. More of the pros and cons of navigation software later.
After Bremerhaven the weather changed. It got cold, the wind started to blow from unpredictable directions because of the rain showers, and it started to rain – which turned into hail once we had got to our hotel in the unforgettable spa town Bad Bederkesa.
Their internet is unpredictable – it started out all right but got worse and gave up completely when we wanted to start on this blog. 88,33 kms today.

27-4 Van Winschoten naar Westerstede – km 134

Een beetje een rit met een hoog déja vu gehalte. We volgden dezelfde route als de laatste dag van de North Sea Cycle Route, in 2010. Ook heel herkenbaar was de tegenwind, beide keren. Hoewel, er was een verschil, deze keer liepen we niet de Ems brug bij Leer over omdat fietsen niet te doen was, en het was zonniger.
Best een mooie rit dus, we stopten in Nieuweschans bij hetzelfde café waar we in 2010 stopten, heel herkenbaar ook, er werd nog steeds even veel gerookt. Het is nogal fris buiten, voor vannacht wordt hier nachtvorst voorspeld, dus het kampeerterrein laten we maar voor wat het is.
Een hotel met wifi en een warme kamer/douche heeft ook zo zijn voordelen.
78 km erbij op de teller.

DSCN0245
In 2010 the last leg of the North Sea Cycle Route was the ride from Westerstede to Leek. This time we rode from Winschoten to Westerstede along pretty much the same route, although our navigation had a few pleasant surprises in store – alternative routes through some very pleasant scenery. The weather was far more pleasant than yesterday, sunny and not so cold during the day, but the wind kept trying to push us back to where we came from. It’s cold here right now. Night frost expected. So after a pleasant meal we’re grateful for comfortable beds in a warm room, and wifi of course.

26-4 HOE KOUD HET WAS EN TOCH WEL VER – 56 km

001

DSCN0229

Het pakken van een tandem is weer anders dan twee gewone fietsen. Met veel passen en meten lukte het alles erop te krijgen. Een probleem bij het zoeken naar wat je nodig hebt is zoiets als: ‘Het zat toch in die gele achtertas…?’ Nee dus. Op vorige ritten ontdekten we dat er ongeveer drie weken overheen gaan voor je geroutineerd alles in de juste tas stopt, en terugvindt.
Dat was het dus deze zondag, en nog wat gedoe met de nieuwe laptop en de navigatie, en het huis goed achterlaten – goed, om 16:40 uur startten we dus, op weg naar een Vrienden op de Fiets adresje waar we om 20:15, 56 km verderop aankwamen. Harde wind, natuurlijk tegen, en toch wel frisjes. Een hartelijke ontvangst, warme kamer en een bezoek aan de plaatselijke Italiaan, die na sluitingstijd nog wel een pastaatje en een lasagne tevoorschijn wilde toveren maakte alles weer goed.
De kop is eraf, nu nog zien dat we bij de staart komen.

….

Sunday, Not a day of rest this time. We managed to pack all our luggage on to this one tandem bike, checked and double checked whether we had forgotten anything, turned the key in the lock and set off at 4:40 pm.
We got as far as a B&B in Winschoten, 56 kms, not bad for a late afternoon ride.
It was cold, and windy, and of course we were going north east and the wind blew from the north east.
When we got to our B&B we discovered that remembering what you put in which bag is not a simple exercise. We know from experience it takes some three weeks before your brain is organised the way your panniers are.

It sil heve… naar het noorden

Tja, wie bedenkt er nou zo iets? We willen vandaag zondag 26/4 nog vertrekken, of misschien wordt het morgen (27/4).
Het eerste doel is Kopenhagen, waar we een paar dagen hopen door te brengen op de camping waar Poul en Karen Illemann verblijven als ze in de buurt van Kopenhagen zijn – en nu dus ook.
En verder? Van Kopenhagen willen we oversteken naar Zweden, en over Stockholm langs de Botnische Golf naar het noorden fietsen. Als het een beetje meezit halen we de Noordkaap, door een stuk Finland en dan weer Zweden en Noorwegen. De tandem staat klaar en we hebben er zin in. Hier moet hij nog wat verder bepakt en bezakt worden:
Vanmorgen vroeg vertrekken kwam er niet zo van, toch nog te veel te doen. Maar goed ook misschien. Het goot van de regen, en om nou kleddernat te beginnen is ook weer zo wat.
Nu nog even een paar laatste klusjes, de laatste dingen in de tassen, de laatste dingen regelen op de computer…
Zodra we ergens aangekomen zijn met wifi, en er echt wat te melden valt, volgt er meer.

DSCN0225

It’s raining, not a good time to set off. And fortunately there are some more things to do before we can close the door behind us, get on our tandem bike and head north, direction Germany, Denmark, Sweden, Finland, Norway and if our luck holds the North Cape. We’ll see how far we get.
Bike is almost packed.
DSCN0225
As soon as we get somewhere and have some news, and wifi, we’ll write some more.

Het Quaker Vredesgetuigenis – dilemma’s

In het winterseizoen 2013-2014 heeft de NON Maandvergadering van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) een aantal avonden over dit onderwerp gesproken. Onlangs is het onderwerp aan de orde geweest op een ‘Filosofisch Café’ in de Lutherse Kerk in Kampen.

Met het Quaker Vredesgetuigenis zeggen wij geweldoze oplossingen voor te staan in alle situaties. Maar dit uitgangspunt kan ons voor moeilijke dilemma’s stellen. Wie zal de zwakken beschermen? Hoe zal het recht gehandhaafd worden? Op deze vragen hebben we het denken van Bonhoeffer, die in zijn leven en theologische bezinning met dit onderwerp geworsteld heeft, betrokken.

Hier beneden volgt de tekst van de toen gehouden inleiding. Wie wil reageren – kies ‘leave a comment’ hierboven.

HET QUAKER VREDESGETUIGENIS – DILEMMA’S

Ik was, in de 60er jaren van de vorige eeuw, dienstweigeraar – erkend tewerkgesteld gewetensbezwaarde. Om als zodanig erkend te worden moest je voor ‘de commissie’ verschijnen. Deze commissie had de taak en de pretentie te kunnen oordelen over je geweten.
In mijn geval verliep het gesprek als volgt: Bent u de heer Peter Spreij?
Dat was ik.
U hebt de minister verzocht uw gewetensbezwaren tegen de militaire dienst te erkennen. Blijft u bij dat verzoek?
Dat deed ik.
Ik begrijp dat uw ouders bij de Baptisten Gemeente hier in De Haag horen. Kent u de heer zo en zo?
Ja, die kende ik.
Mooi, u kunt wel gaan. U hoort nog van ons.

Maar in dezelfde periode werd aan een collega gewetensbezwaarde die een beroep deed op de wet de vraag voorgelegd: Stel, u loopt op een smal bergpad met uw verloofde. Aan de ene kant een diepe afgrond, aan de andere kant de loodrechte bergwand. Daar komt u de gewelddadige ex-partner van uw verloofde tegemoet, die haar uit wraak voor het verbreken van de relatie in het ravijn wil storten. Hij is niet voor rede vatbaar. Gebruikt u geweld om hem tegen te houden?
Goede raad was duur. Zei hij, ja, dat zou ik doen, dan voldeed hij niet aan de voorwaarden die de wet stelde aan gewetensbezwaren – zei hij nee, dat zou ik niet doen, dan zou dat betekenen dat hij zijn verloofde zou opofferen voor zijn principes van geweldloosheid.
Hij keek de kamer rond, en daar bij de hoge ramen hingen van die lange zware gordijnen die met een touw werden dicht of open getrokken.
Hij wees erop en zei: dan klimmen wij in het touw dat daar hangt.
Eran herinnerd dat hij een serieus antwoord diende te geven reageerde hij met, dan moet u mij ook een serieuze vraag stellen.

Nu was die vraag in deze situatie een soort strikvraag, maar de vraag behelst wel degelijk een ethisch dilemma waar je, als je principieel voor geweldloosheid kiest niet altijd zo gemakkelijk uit komt.

In mijn dienstweigeringstijd leerde ik de Quakers kennen. Ik was nieuwsgierig, ging naar hun wijdingssamenkomsten en hier sta ik, zo’n vijftig jaar later, nog steeds lid van de Quakers, of het Religieus Genootschap der Vrienden zoals ze zichzelf noemen, en overtuigd van de grote waarde van het Quaker Vredesgetuigenis. Over het woord ‘getuigenis’ even het volgende. Zoals u weet kennen de Vrienden (Quakers) geen dogma’s of belijdenissen waarin geloofswaarheden zijn vastgelegd. Er zijn echter een aantal grondbeginselen die wij delen. Die zijn verwoord in ‘getuigenissen,’ van het Engelse woord Testimony. Het meest bekende testimony is wel het Peace Testimony, het vredesgetuigenis.

Over dit vredesgetuigenis wil ik vanavond met u spreken. De Vrienden zeggen dat er in ieder mens het potentieel is aangesproken te worden door het goddelijke. Ze spreken ook wel met een ietwat uit de losse pols term over dat van God in iedere mens, waarop wij altijd een beroep kunnen, of moeten doen. Als wij zo Jezus willen volgen en ieder mens als broeder of zuster tegemoet treden, dan bestaat het niet dat wij tegen onze medemensen geweld gebruiken en al helemaal niet als we dat doen met de dodelijke massavernietigings-wapens waarover wij nu beschikken.

Als we de radicale keuze maken Jezus te willen volgen – de Bergrede te willen leven – kunnen we niet anders dan afzien van de gewelddadige optie.

Verklaring uit 1660

We utterly deny all outward wars and strife and fightings with outward weapons, for any end, or under any pretence whatsoever; and this is our testimony to the whole world. The spirit of Christ, by which we are guided, is not changeable, so as once to command us from a thing as evil and again to move unto it; and we do certainly know, and so testify to the world, that the spirit of Christ, which leads us into all Truth, will never move us to fight and war against any man with outward weapons, neither for the kingdom of Christ, nor for the kingdoms of this world.”

Sinds die tijd hebben Quakers in overgrote meerderheid vastgehouden aan dit vredesgetuigenis.

Daarover kan veel verteld worden. Over het werk van Quakers in oorlogen en conflict situaties, over soms succesvol verlopen bemiddelings- en verzoeningspogingen, over hulpwerk en geweldloze actie. We kunnen het ook hebben over de Quaker vertegenwoordigingen bij de Verenigde Naties en de EU en de Council of Europe in Brussel en Straatsburg.
Ik wil dat nu niet doen. Veeleer wil ik met u de grenzen verkennen, de rafelige randen, de situaties waarin we ons afvragen hoe we hier, vasthoudend aan ons vredesgetuigenis, de juiste keuzes kunnen maken.

De Wereldraad van Kerken, bijeen in Busan, heeft een verklaring aangenomen waarin opgeroepen wordt om het concept ‘rechtvaardige oorlog los te laten. In plaats van de doctrine van de rechtvaardige oorlog zouden Christenen, in de geest van Christus zich radicaal moeten inzetten voor rechtvaardige vrede.

Dat is geheel in overeenstemming met hoe wij de boodschap van Jezus in de Bergrede verstaan. En als we dan over Bonhoeffer spreken, waarover zo meteen meer, is dat niet hoe we de oproep tot Navolging moeten verstaan?

Waar het om gaat is niet alleen maar vrede, op te vatten als afwezigheid van oorlog of geweld, er staat ‘rechtvaardige vrede.’ Het gaat om rechtvaardige vrede, in de zin van ‘shalom,’ en naleven en handhaven van het recht is een onlosmakelijk aspect van shalom.

In de loop van de geschiedenis hebben de historische vredeskerken zoals het Genootschap der Vrienden dus vastgehouden aan hun Vredesgetuigenis. Eén manier waarop ze dat deden was zich verre te houden van bemoeienis met en verantwoordelijkheid voor oorlog en oorlogsindustrie. Ze trokken zich terug op posities waar ze niet medeverantwoordelijk waren voor oorlog en geweld door hun beroepskeuzes en politieke keuzes. Dat dit vaak betekende dat ze redelijk welvarend en comfortabel konden leven mede dankzij het feit dat de overheid het geweldsmonopolie had en orde en recht handhaafde werd nauwelijks als een probleem gezien.

In het vorige winterseizoen heeft de NON Maandvergadering van het Religieus Genootschap der Vrienden een serie avonden gesproken over de ethische consequenties van het principe van geweldloosheid en het vredesgetuigenis. Daarbij is nadrukkelijk aandacht besteed aan de Ethiek van Bonhoeffer die in zijn leven en denken intensief met deze materie geworsteld heeft.

Als uitgangspunt kiezen we de profeet Micha:
Hij zal rechtspreken tussen machtige volken,
over grote en verre naties een oordeel vellen.
Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
En hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk,
Geen mens zal meer weten wat oorlog is.
(…)
Als die tijd gekomen is – spreekt de Heer –
zal ik de kreupelen verzamelen,
de verstrooiden bijeenbrengen…
Micha houdt het visioen voor ogen, maar heeft ook oog voor de werkelijkheid dat het zo ver nog niet is. Ons Vredesgetuigenis, de weg gaan naar de Rechtvaardige Vrede gebeurt in een wereld waar vrede ver te zoeken is.
Om tot vrede te komen zullen we de weg van de vrede moeten gaan. Navolging noemt Bonhoeffer dat. Het boek ‘Navolging’ is een studie over de Bergrede. Het gaat er niet om om in God of Jezus te geloven, we moeten Zijn wil doen en Hem navolgen. En daarvoor geeft de Bergrede ons aanknopingspunten.
Maar dat is niet eenvoudig. In de alledaagse praktijk kun je voor keuzes komen te staan waar je maar moeilijk uitkomt. Als ik Jezus wil navolgen en geweld als oplossing voor problemen afwijs, wie zal dan de zwakken beschermen? Wie zal het recht handhaven? En hoe doe je dat dan? Hoe richt je de samenleving in?
Bonhoeffer besefte ook dat Navolging een vervolg behoefde, een ethische bezinning op wat Navolging in de praktijk betekende.

Je moet de Bergrede bestuderen. Exegese, hermeneutiek, actualiseren. En dat is wat hij doet in zijn ethiek.
Zijn denken over ethiek heeft alles te maken met zijn denken over de kerk waartoe hij behoort, en over zijn eigen leven, en hoe te handelen in de extreme situatie van nationaal socialisme, Jodenvervolging, oorlog en ontwrichting.
De hoofdthema’s van de ethiek zoals die meestal wordt opgevat: Hoe word ik goed, en Hoe doe ik het goede, zijn voor Bonhoeffer niet relevant. De centrale vraag is: hoe maak ik dat de werkelijkheid van God gerealiseerd wordt in deze wereld?
En Christocentrisch als Bonhoeffer was, voor hem is de ultieme openbaring van God in de wereld Jezus Christus.

Die ethische bezinning was zeker voor hem geen louter intellectuele oefening om een boek over deze materie te schrijven. In de periode dat hij met zijn Ethiek bezig is, is hij ook betrokken bij een complot om een aanslag op Hitler te plegen. Voor zichzelf, en voor zijn medeconspirators, denkt hij na over de ethische consequenties die hieraan verbonden zijn.

Bonhoeffer stelt dat wij nog niet in het volmaakte koninkrijk van God leven, maar in een tijd die daaraan voorafgaat (al moet je dat niet in uitsluitend temporele zin opvatten). ‘Wij leven in het voorlaatste, en geloven in het laatste,’ zo schrijft hij.

Dat levert soms moeilijke vragen op over hoe te handelen in de wetenschap dat wij niet volmaakt zijn en de dilemma’s duivels kunnen zijn.
Wij kennen de geboden, maar hoe moeten we handelen als we willen navolgen in de praktische situaties waarvoor we ons gesteld zien.

‘Gij zult geen vals getuigenis spreken’, oftewel niet liegen, de waarheid spreken. Ook de Quakers hebben dienaangaande een getuigenis (Truth and Integrity). Maar dan noemt Bonhoeffer het voorbeeld van Kant die zegt dat als een moordenaar zijn huis inkomt en hem vraagt of de man die hij wil vermoorden zich in zijn huis schuilhoudt, hij dat inderdaad moet toegeven omdat zijn verantwoordelijkheid in deze is de waarheid geen geweld aan te doen. Maar het is Bonhoeffer, en ons allemaal duidelijk natuurlijk dat hij hier keihard moet liegen.

Gij zult niet stelen, maar moeten wat te zeggen van het stelen van een brood als er een medemens verhongert?
Je moet geen geweld gebruiken, maar hoe te handelen als het erop aankomt de zwakke te beschermen? Denk aan de vreselijke taferelen uit het IS Kalifaat waar we mee geconfronteerd worden. Of de vrouwen en de kinderen die door rebellen in Afrikaanse landen misbruikt, verkracht en vermoord worden.
Als je zegt dat een gewapende interventie om de zwakken te beschermen in deze en alle andere voorkomende gevallen niet mag, dan beweer je nogal wat. En als je zelf in een situatie zit waarin je voor zulke besluiten medeverantwoordelijkheid draagt, dan is dat voor de mensen over wie het gaat een vraag van leven of dood. Het minste wat je kunt zeggen is dat er geen gemakkelijk antwoorden zijn.

De vraag waar Bonhoeffers vrienden mee zaten was: is het ethisch verantwoord een complot smeden om Hitler om te brengen? Voor hen was de vraag misschien in eerste instantie, mogen we ons zo gedragen ten opzichte van de over ons gestelde overheid.
Voor Bonhoeffer was de vraag ook: Gij zult niet doden, en de leefregels uit de Bergrede, daar heb ik mij toch aan gecommitteerd? Maar een aanslag op Hitler zou de oorlog kunnen beëindigen, verlossing betekenen voor duizenden zo niet miljoenen mensen in oorlogsgebieden en concentratiekampen. Hoe moet ik dan handelen?

Daarop heeft hij geen gemakkelijk antwoord, zo in de stijl van: het doel heiligt de middelen.

In het hoofdstuk ‘De Geschiedenis en het Goede’ dat hij voor zijn Ethiek geschreven heeft, gaat hij uitvoerig in op deze vraag. En het antwoord waar hij toe komt zou je in het kort zo samen kunnen vatten:

Wij leven in het voorlaatste, in een nog niet volmaakte wereld, waarin we als we vanuit het laatste – de wereld zoals God die bedoelt – willen leven niet verantwoordelijk kunnen handelen zonder het gebod te overtreden.
Er is niemand, geen God of autoriteit, die ons hier de weg kan wijzen. Je wordt teruggeworpen op je eigen verantwoordelijkheid, en in die verantwoordelijkheid moet je een keuze maken.
Bonhoeffer beschrijft die vrije en verantwoordelijke daad dus niet als specifiek christelijk of gelovig. Het is veeleer een daad waarin je niet wordt gedekt, niet door de wet van Christus, niet door de geboden of de Bergrede, en niet door de wetten van de overheid.

Dat wil dus zeggen dat er situaties zijn waarin je ertoe komt het gebod te overtreden. Je overtreedt het gebod in het aangezicht van God. Je erkent dat je het gebod overtreedt en bevestigt daarmee de geldigheid ervan. Je erkent dat je het gebod overtreedt en neemt daarmee de schuld op je in de hoop op, maar niet de zekerheid van, Gods vergeving.

Bonhoeffer gaat een stap verder. De bereidheid om als vrije verantwoordelijke mens de schuld op je te nemen gaat terug op Jezus die de schuld van de mensen op zich neemt en de gevolgen daarvan draagt, alleen, van God verlaten, tot zijn kruisdood toe. Dat is waar Navolging toe kan leiden.
Ook Bonhoeffer zelf heeft met zijn leven betaald voor de keuzes die hij in deze gemaakt heeft. We moeten ons goed realiseren dat Bonhoeffer niet om het leven gebracht werd om wat hij geloofde of zijn kerkelijke activiteiten, maar om de politieke activiteiten waarvoor hij in vrijheid gekozen had.

Terug naar de Bergrede het Vredesgetuigenis. Gaan wij mee in Bonhoeffers gedachten over de noodzaak om in noodsituaties het gebod te overtreden? Wat zijn daarvan dan de gevolgen over hoe wij omgaan met het denken over wat Navolging en Vredesgetuigenis van ons vragen?
Als we zeggen dat er recht gedaan moet worden, en dat recht gehandhaafd moet worden, als we zeggen dat er situaties zijn waarin de onschuldige slachtoffers van geweld toch met geweld beschermd moeten worden, wat betekent dat dan voor de keuzes die wij zelf maken. En hoe willen we dat een overheid die dan bescherming moet bieden daartoe uitgerust moet worden?
Wat voor keuzes kun je jezelf voor gesteld zien als je vanuit je beroep of politieke positie medeverantwoordelijk bent voor de uitvoering van de handhaving van het recht?

Allemaal vragen die gesteld moeten worden. En waar we uitkomen, het blijft spannend. Wij leven in het voorlaatste met de blik op het laatste, als de zwaarden worden omgesmeed tot snoeimessen en wij de oorlog niet meer leren, en met dat visioen voor ogen zullen wij onze keuzes moeten maken.