En we zijn weer thuis, helaas.
De dag begon goed – mooi weer, zijwind, maar niet te hard, zonnetje erbij.
Maar in Weener, net over de Duitse grens, op een heel dom doodlopend weggetje keek een ons tegemoetkomende automobilist even niet goed uit en draaide een parkeerplaats in aan onze kant van de weg. Geen ontwijken meer aan, en daar lagen we dan. Wat butsen, blauwe plekken, schaafwonden, en lichte schade aan de fiets. Verder leek het mee te vallen.
Wat pleisters geplakt, en met de fiets in een aanhangwagen naar de fietsenmaker. Die kon dat gelukkig snel repareren.
De veroorzaker van al dit leed had een hotelkamer voor ons geregeld (met avondeten, op zijn kosten).
Maar ‘s avonds ging het toch nog fout. Georgette kon niet meer op haar been staan, veel pijn, heel vervelend. In het ziekenhuis in Weener zeiden ze: opgerekte kruisbanden, waarschijnlijk niet gescheurd, maar het been absoluut niet belasten de komende weken. Verband erom, pijnstillers mee.
Dinsdag ben ik dus teruggegaan met bus en trein, thuis de auto opgehaald, langs de huisarts gegaan voor een afspraak, langs een uitleencentrum voor een paar krukken, toen weer naar Weener gereden, Georgette opgehaald met de fiets en de bagage.
Georgette schuifelt nu met krukken door het huis.
Of het met de verdere fietsplannen later dit jaar nog lukt is maar helemaal de vraag. Misschien wordt het wel iets rustigers, met de caravan naar de zon of zo. Dat zien we nog wel weer.
Tot zover, als we weer gaan fietsen bloggen we verder.