Van Noorwegen naar Denemarken met de veerboot, alcohol en zo, en nog ruim 100 km fietsen.
‘s Morgens (09-07) gingen we nog even Bergen in voor het ontbijt en een paar laatste voetstappen op Noorse grond. Toen pakten we de tassen in ferry modus (helmen en fietskleren in de tassen, alleen wat je nodig hebt op de veerboot in één voortas). De veerkade stond al vol met wachtende auto’s. Één van de voordelen van fietsen is dat je dan helemaal vooraan mag gaan staan in rij 1.
Het traject Bergen Stavanger ging nog helemaal door de fjorden tussen de voor de kust liggende Noorse eilanden door. Over eilanden gesproken, er liggen ongeveer 15.000 eilanden voor de Noorse kust (las ik ergens). Net iets meer dan onze vijf waddeneilanden. We voeren met een veerbot door een fjord, en door de luidsprekenr kwam de mededeling waar we ons nu bevonden. We varen nu de gemeente X binnen. Deze gemeente telt 1700 eilanden, waarvan er ongeveer 200 bewoond zijn.
Bij Stavanger bleven we wat langer liggen dan de bedoeling was. Vlak voor het raam waar wij zaten werd een reddingboot neergelaten, en een paar mannen controleerden van alles en probeerden iets aan het werk te krijgen – dat wou niet echt lukken. Door de luidsprekers werd meegedeeld dat er een veiligheids inspectie plaatsvond die tot ongeveer half tien zou duren. De verloren tijd zou echter worden ingehaald en we zouden o tijd in Hirtshals aankomen. Dat zou ook geen moiete kosten, denk ik, het stormde behoorlijk, en we hadden wind achter.
Na Stavanger zaten wij aan een tafeltje, en kwamen er twee Noorse echtparen naast ons zitten. Al gauw bleek dat ze er met één doel zaten: zichzelf volgieten met alcohol. Toen ze na een aantal glazen wat losser werden knoopten ze een praatje aan. De twee mannen werkten in de offshore industrie, en wat deden wij in Noorwegen. Ondertussen nuttigden ze verder: bier, en een groot aantal kleine flesjes Jägermeister en andere sterke drankjes. Het éne glas na het andere. Ze begonnen wat rommelig te praten. Eén van de vrouwen viel van haar stoel en had grote moeite zichzelf weer overeind te hijsen. De anderen keken ernaar maar merkten het nauwelijks op. Ze hadden het te druk met bijvullen voordat het verboden werd. Op een gegeven moment besloten de vrouwen naar hun hut te gaan, maar welke kant was dat nou op? en hoe houd je jezelf recht overeind, en loop je recht op je doel af? Er waren nog wat gevulde glazen, dus de mannen bleven nog even.
Op een gegeven moment besloten ook zij te vertrekken, met achterlating van twee glazen bier, een halfvol glas wij, een jack en een telefoon.
daar ontfermde iemand van de receptie zich over.
Ach ja, wat later kwam een van de twee weer terug, niet om de achtergelaten spullen op te halen, maar om de nog gevulde glazen leeg te drinken.
Gerogette, die dacht dat je op de banken beneden beter kon slapen, zag het vervolg nog even. Één vand de twee heren had zich nog wat beneden opgehouden, misschien was er nog iets te drinken, en ging nu op weg naar zijn hut, viel onderweg voorover, broek kleddernat want het toilet was ook onbereikbaar in deze staat. Zijn vrouw was ondertussen naar hem op zoek gegaan (het was een uur of twee ‘s nachts). Ze hebben hem in een rolstoel gehesen en in zijn hut afgeleverd.
Ze gingen voor een weekend naar Hirtshald, en waren waarschijnlijk niet eens van plan daar van boord te gaan. De kater die ze hadden zou dat waarschijnlijk ook niet goed gevonden hebben.
En hij was niet de enige. Toen ik voor het slapen gaan nog een drankje ging halen stond er naast mij iemand in kennelijke staat die met overslaande stem de barjuffrouw probeerde te versieren (you my friend, you come with me), drie bier bestelde en erop aandrong dat er een voor mij bij was (vriendelijk bedankt) en toen hij moest betalen een hele bundel bankbiljetten uit zijn broekzak tevoorschijn toverde en aan de barjuffrouw gaf. Ze moest maar pakken wat het kostte.
Een aantal andere mensen in het bargedeelte waren er niet veel nuchterder aan toe.
De nachtrust was wat onrustig, maar ‘s morgens om ongeveer half acht reden we toch redelijk fris van boord.
We gingen recht naar het zuiden, en met west-noordwesten wind is dat net niet ongunstig. Het schoot to Ålborg dan ook lekker op. Het venijn zat in de staart, want na Ålborg draaide de wind wat ongunstiger, en begonnen de klimmetjes. Weliswaar waren ze niet van de onvervalste Noorse kwaliteit, maar toch. En… wij haten gravel. Laat onze route vandaag nou niet helemaal uit mooi glad asfalt bestaan…
De eerst keer gravel konden we niet anders meer, het tweede stuk bleek een even lang wel geasfalteerd alternatief te hebben. Het derde stuk was niet alleen gravel, maar liep ook nog dood. Een alternatieve route een een zoektochtje ‘points of interest’ leverde een motel aan de kant van de weg op.
Morgen rijden we verder.
Tsjee, wat een inkijkje weer in het leven daar! Dat je je zo te buiten kunt gaan aan drank…….
Wat beleven jullie toch bijzondre dingen!
Groetjes Bep